Direct naar inhoud

Audioloog Carla Simons neemt afscheid

Lieve allemaal, 

Een kort woordje wil ik tot jullie richten.

Na 30 jaar in Tilburg en 5 jaar daarvoor in Rotterdam binnen de audiologie gewerkt te hebben.

Om bij het begin te beginnen.

In Rotterdam had ik een collega die wel in me geloofde en me de lastige kneepjes van het audiometreren leerde. Hij schroomde niet om dit te doen tot ver na werktijd.

Ook werd ik ingewerkt in het analoge tijdperk van de hoortoestellen. Met een schroevendraaier en de databladen van elk hoortoestel probeerde we de slechthorenden te helpen.

Dat is een groot contrast met hoe het nu gaat.

Vele geluidsbewerkingen zijn mogelijk terwijl we toen over 2 of 3 potmetertjes beschikten.

De reactie van de slechthorende verschilt echter niet als ze meer horen en beter kunnen verstaan.

Binnen het audiologisch centrum ervaren de meeste slechthorende begrip voor hun beperkingen die hen sociaal afhankelijk maken. En met de juiste hulpmiddelen verbeterd bij menigeen de levenskwaliteit. Ze kunnen letterlijk en figuurlijk weer deelnemen aan de maatschappij. Het is een emotionele en sociale verbetering waar je als audiologie-assistent en audioloog aan werkt.

Daarin heeft de audiologie een centrale rol maar maakt graag gebruik van alle disciplines die te maken hebben met medische, sociale en emotionele aspecten.

Ik heb de slechthorende altijd een centrale rol toebedeeld. Ik heb veel uitleg gegeven waarin ik probeerde om transparant en betrokken te blijven. Die uitleg leidde vaak tot realistische verwachtingen. En dan heb je al veel gewonnen. De slechthorende behoudt dus wel zijn of haar autonomie. Zij moeten met behulp van eventuele simpele uitleg weten wat kan en wat mogelijk is.

Daardoor ervaar ik dat ik in de afgelopen 35 jaar veel vertrouwen heb gekregen van zowel de slechthorenden als al mijn collega’s. En dan mag ik spreken van een trots gevoel voor het werk dat ik heb gedaan en waar nu een einde aan komt.

Het is een onderschatte kracht, dat trotse gevoel. Die beroepstrots, die je opbouwt in de loop van de jaren. Het ontstaat wanneer je werk niet alleen iets oplevert, maar ook iets teruggeeft aan jezelf, aan je collega’s en aan de slechthorenden. In de theorie wordt dit vakmanschap genoemd. Het wordt omschreven als een  duurzame, menselijke drijfveer het verlangen om het werk goed uit te voeren omwille van het werk zelf. (socioloog Richard Sennett)

Nu, na al die jaren gewerkt te hebben ervaar ik die trots. Ik wens jullie, die sinds korte of langere tijd binnen de audiologie werkzaam zijn, ook deze beroepstrots toe.

Dit ondanks stijgende kosten, personeelsschaarste en toenemende werkdruk vraagt het werk binnen de audiologie om vakmanschap, veerkracht en betrokkenheid…..

Het ga jullie goed, Carla.